Het antwoord op deze vraag hangt af van de voorbereiding en van het beoogde eindresultaat.
Wanneer we kijken naar wat een voedselbos in wezen is, dan zien we dat er verschillende soorten voedselbossen zijn. Elk type voedselbos vergt een ander beheer. De minst arbeidsintensieve voedselbossen zijn de voedselbosranden. De meest intensieve, daarentegen, zijn enerzijds de voedselbossen waar men een economisch rendement beoogt en anderzijds de voedselbossen, die eigenlijk meer neigen naar een eetbare tuin, geïntegreerd in een siertuin. Dit laatste type voedselbos vergt het onderhoud zoals we dat in onze siertuin doen. Hoeveel tijd en energie je hierin steekt, verschilt van tuineigenaar tot tuineigenaar; en dit ook nog eens in functie van het beoogde resultaat. Als je in je tuin werkt volgens de principes van de permcultuur dan maakt dat het beheer al heel wat gemakkelijker.
Antastasia Limareva schrijft in haar ‘Handboek voor aanleg en beheer van voedselbossen’: “Hoofddoelstelling van een voedselbos is de creatie van een divers ecosysteem, met zo groot mogelijke natuurwaarde en zo laag mogelijke beheergraad. De theoretische aanname is dat in een doordacht voedselbosontwerp in de loop der tijd de investeringskosten en het beheer zullen dalen en de opbrengsten zullen groeien”.
Jaren geleden ontmoette ik in ons dorp kunstenaar, beeldhouwer-keramist, Marc Van de Poel. Menigmaal bezocht ik hem en ik was onder de indruk van zijn prachtige, fascinerende tuin. Hij vertelde me dat hij in de jaren ‘70 een boerderij met koeienweide gekocht had. Het huis verbouwde hij en op de weide van ruim 5000m² heeft hij 1000 bomen geplant. Hij wilde graag een bos!
Zijn verhaal is fascinerend. “Ik heb mijn tuin ontworpen door dagelijks te wandelen door mijn bos. Aanvankelijk stonden er veel netels tussen de boompjes, maar geleidelijk kwam de grond meer in evenwicht en werden de bomen groter. Zo kregen wij een gemengd bos met een spontane onder-begroeiing, zoals je die in oude bossen aantreft.”
Zijn dagelijkse wandelingen creëerden smalle wandelpadjes in het bos en als hij planten zag staan die ongewenst waren, dan trok hij die al eens uit. Dit is uiteraard een extreem natuurlijke manier van werken met de natuur, waarbij je na 15 jaar een verbluffend mooi resultaat bereikt, met heel weinig inspanningen.
Marc was een grote aanhanger van Louis Le Roy, schrijver van ‘Natuur uitschakelen, Natuur inschakelen’. Dat boek heeft hem geïnspireerd om zijn bos aan te leggen. In de jaren ‘70 kenden we natuurlijk iets minder stikstofdepositie en hadden we minder te kampen met hitte- en droogterecords. Zeker op droge gronden is het nu wellicht raadzaam om de nieuwe aanplant te beschermen met een grondbedekking, ten einde uitdroging van de jonge worteltjes te voorkomen. Maar die natuurlijke processen laten plaatsvinden kan nog altijd. De slaagkans is even groot als wanneer je wekelijks probeert te bosmaaien tussen de jonge bomen.
Een voedselbosrand is eigenlijk vergelijkbaar met een mix van een heg en een houtkant. In een voedselbosrand integreert men ook verschillende bomen en struiken die bessen, noten en fruit leveren. In tegenstelling tot een gewone bosrand of houtkant beperkt een voedselbosrand zich dus niet louter tot het produceren van hakhout.
Jaarlijks geeft het IOK (maar ook andere intercommunales) aan de inwoners van de gemeentes in hun werkingsgebied de kans om gesubsidieerd plantgoed te kopen. Op de website van het IOK vind je heel wat interessante informatie, zowel over het beheer als over de aanleg van een houtkant.
https://www.iok.be/compost-tuin/behaag-onze-kempen/plant-en-onderhoudtips
Aanleg
Bij de aanleg is het belangrijk om de grond open te maken en planten in voldoende losgemaakte grond te planten. Het is aanbevolen om je voedselbosrand minimum 2, maar het liefst 3 rijen breed te maken. Zorg dat de planten voldoende ruimte krijgen om te ontwikkelen en bedek de grond met een laag mulch. Houthaksel kan je eenvoudigweg bekomen via uw containerpark, bij lokale boomverzorgers, ….
Meer informatie vind je in het boek 'Stappen naar een ecologische tuin, aanleg en beheer’ van Velt en bij ‘Groenvormen naar cultuur historisch voorbeeld’.
Bij het project Florens en Lauren kan je het verhaal van de aanleg van een voedselbosrand rond een weide van 2 ha lezen.
Beheer
1ste jaar
2de jaar
De grond bedekken, voorkom uitdroging van de jonge planten
3de jaar en verder
In strikte zin is dit geen voedselbos. We hebben het hier over een eetbare tuin met een grote diversiteit aan bomen en struiken die bessen, noten en vruchten genereren. Het grote verschil met een voedselbos is dat je hier geen robuust bosklimaat kan realiseren, zoals in de definitie van het voedselbos wordt gezegd.
Toch is de integratie van een voedselbos(je) een heel efficiënte manier om voedsel te produceren in een bestaande tuin. Hier werken we meestal veel meer geleidelijk. Fruitbomen en struiken met eetbare bessen worden geleidelijk in de bestaande siertuin geïntegreerd.
Voor de aanplant en het onderhoud van fruitbomen en eetbare struiken kan je best even zien op de link van het IOK.
https://www.iok.be/compost-tuin/behaag-onze-kempen/plant-en-onderhoudtips
Fruitbomen moeten eerst en vooral zorgvuldig geplant worden, zodat ze onmiddellijk optimaal kunnen starten. Dit geeft de beste garantie op succes. Geef ze geen compost in het plantgat, maar plaats wel een steunpaal. Fruitbomen die constant bewegen, groeien slecht en geven weinig vruchten. De steunpaal zet je aan de kant vanwaar overwegend de wind komt en meestal is dat het westen.
Fruitbomen, zowel laag-, half- als hoogstam, vergen vanaf jaar 1 een deskundige snoei. Vooral tijdens de eerste jaren is de snoei heel belangrijk, omdat op dat moment de gesteltakken gekozen worden en de boom zich gaat vormen. Dit is de basis voor, misschien wel 50 jaar en langer, een rijke oogst. Hoogstamfruitbomen kunnen een hoge leeftijd bereiken.
Meer informatie i.v.m. snoeien, begeleid van duidelijke tekeningen, vindt u o.a. in ‘Appel, Peer en meer - Fruitbomen in je tuin’ van Velt https://www.velt.nu/nieuws/snoei-je-een-jonge-volwassen-oude-fruitboom
Er zijn verschillende soorten voedselbossen die opbrengst beogen.
Zo hebben we het voedselbos waar men probeert om als gezin of familie zelfvoorzienend te zijn. Bij dit soort voedselbos dient men de fruitbomen en de bessenstruiken te snoeien zoals hierboven vermeld.
Een voedselbosrand, daarentegen, zal onderhouden worden zoals beschreven onder I..
Andere voedselboseigenaars hopen voldoende vruchten, bessen, groenten en hout te produceren, zodat men dat kan verkopen. Dit noemen we een ’economisch opbrengst voedselbos’. Bij de FAQ vindt u de verschillende verdienmodellen die mogelijk zijn bij een dergelijk voedselbos.
In zo’n voedselbos zullen de bomen meer per soort gegroepeerd zijn teneinde het oogsten te vergemakkelijken. De paden zullen ook voldoende breed zijn en meer gestructureerd ontworpen, zodat eventueel mechanisch onderhoud mogelijk is.
Elke boom zal de nodige plaats krijgen om optimaal te kunnen uitgroeien. Soms zal men opteren om hoogstam fruitbomen af te wisselen met halfstam fruitbomen. De halfstambomen geven veel sneller opbrengst en eens de hoogstam volgroeid is, zullen de halfstammen geveld worden. Men spreekt hier van wijkers en blijvers. Zo komt er sneller rendement en wordt de grond dus optimaler gebruikt.
Wanneer men een voedselbos aanplant om puur ecologische redenen, dan is het een heel ander verhaal. Een doordachte aanplant volstaat dan om een zelfregulerend microsysteem in gang te zetten dat zichzelf in stand houdt. Het spreekt voor zich dat de inspanningen voor onderhoud en beheer hierbij tot een minimum kunnen beperkt worden. De voordelen voor de dieren en het klimaat blijven behouden en zijn zelfs vaak sterker naarmate men het voedselbos meer ‘met rust’ laat.